# Eurovision: geen goede visie voor Rotterdam Als in Berlijn geboren en getogen Rotterdammer zegt Florian Cramer: De kans is groot dat de Eurovision Song Contest een ontwikkeling in onze stad losmaakt van die we in de toekomst nog spijt zullen hebben. In zijn geboortestad heeft hij de slechte gevolgen van hoog gesubsidieerde massa-spektakels al gezien. Even snel de cijfers: Volgens RTL (https://www.rtlboulevard.nl/entertainment/showbizz/artikel/4846051/rotterdam-reserveert-155-miljoen-euro-voor-songfestival) gaat de Gemeente Rotterdam de Eurovision Song Contest in 2020 met bijna 15,5 miljoen euro subsidiëren. Laat het ons maar niet erover hebben dat Rotterdam de armoedehoofdstad van Nederland is (https://versbeton.nl/2014/06/arm-rotterdam-de-spijkerharde-werkelijkheid/) waar - volgens de maatschappelijke organisatie WARM - 25% van alle kinderen op of onder de armoedegrens opgroeien en rond 27.000 huishouden met schulden kampen die ze uit eigen kracht niet meer kunnen aflossen. En ook niet over het feit dat volgens de ING econoom Thijs Geijer de 15,5 miljoen geen investering in hogere inkomsten door toerisme zijn, maar "het economische effect op Nederland [...] uiteindelijk nihil is" (https://www.nu.nl/songfestival/5895561/nederland-wint-songfestival-dit-levert-het-ons-in-2020-op.html). Toen Rotterdam in 2001 cultuurhoofdstad van Europa werd, subsidieerde de gemeente dit met 17 miljoen gulden, het voor inflatie gecorrigeerde equivalent van nu 10,2 miljoen Euro. In andere woorden: 50% meer uitgaven voor een eendaags commercieel spektakel in plaats voor een jaarprogramma - en laat het ons even niet over artistieke kwaliteit hebben. De Eurovision Song Contest heeft ongetwijfeld zijn charme als orgie van camp en eurotrash. Maar met 15.000 voor de Ballroom evenementen van de Kiki House of Angels en Queer Rotterdam zou je meer doen voor de camp popcultuur in Rotterdam dan met de 15 miljoen voor Eurovision. Als het economische effect "nihil" is, zou men natuurlijk kunnen zeggen dat de Song Contest komt en weer gaat, net zoals in het verleden andere om twijfelachtige redenen gesubsidieerde massa spektakels zoals de Tour de France in Rotterdam. Het is in mijn ogen een typisch voorbeeld van een "second city" minderwaardigheidscomplex dat men deze evenementen naar de stad wil halen. In mijn geboortestad Berlijn was het niet anders voordat ik naar Rotterdam ging. Dit was in de zomer 2006 toen de - met veel overheidsgeld (of, zoals inmiddels bekend: smeergeld) - naar Duitsland gehaalde voetbal WK plaatsvond. Ik verhuisde op 1 juli, op 9 juli vond het eindspel in Berlijn plaats. Toen wist ik niet dat dit het begin van het einde was van het Berlijn waar ik was opgegroeid. Met de WK veranderden Duitsland en Berlijn hun imago van post-WWII naar hip, en de stad werd het mekka van Airbnb en het Easyjetset. In 2006 verhuisde ik nog van één proletarische bouwput met inwoners met een grote bek naar een andere proletarische bouwput met inwoners met een grote bek. Ik voelde me meteen thuis. In mijn woonwijk Bospolder-Tussendijken hielp ik het percentage migranten hoog te houden. Afgezien van bruine bakstenen, de dichtbije haven en een taal die ik nog moest leren (maar die ook niet veer weg is van het Berlijnse dialect waar je "ick wees et ooch nich" in plaats van "ich weiß es auch nicht"/"ik weet het ook niet" zegt), was het mentaal een kleine stap van de volksbuurten van Berlijn naar de volksbuurten van Rotterdam. Net zoals Rotterdam was Berlijn in de jaren 90 en vroege jaren 2000 een rauwe stad met een krimpende bevolking, bovengemiddelde armoede, leegstand and vastgoedspeculatie. Berlijn was bovendien zwaar geraakt door de gekapte subsidies waarmee tijdens de koude oorlog zowel West- als Oostberlijn aan het leven werden gehouden. Het kampte nu met rond 20% werkloosheid en een grootschalig gebrek aan particuliere werkgevers. Er was veel leegstand, het leven was goedkoop, en daarom was er ruimte voor experiment. Zo ontstond de veelgeprezen alternatieve cultuur van de stad. Net zoals in Rotterdam. Ik kom nog regelmatig naar Berlijn om daar mijn ouders te bezoeken. Inmiddels is de stad het Amsterdam van het Oosten geworden, met binge drinkers en via goedkope vluchten massaal instromende 48-hour-party people. Hetzelfde smerige toerisme als in De Wallen in Amsterdam, wiens eerste symptomen inmiddels ook in de Witte de Withstraat zichtbaar zijn (https://versbeton.nl/2016/09/de-witte-de-withstraat-symbool-van-de-uitgeholde-stad/). Ondanks de grootschalige toestroom zowel van toeristen als nieuwe inwoners is Berlijn nog steeds een arme stad, met een steeds groeiende aantal van op straat kamperende daklozen en 17,8% van alle huishoudens in de bijstand. Er ontbreekt woonruimte, en gemiddelde Berlijners kunnen de fors stijgende huren niet meer betalen. De linkse stadsregering probeert dit door draconische nieuwe wetten op te vangen die de maximale huur op de particuliere vastgoedmarkt op 8 Euro per vierkante meter beperken, terwijl de rechtse oppositie een algemene stop op nieuwe inwoners - zelfs met Duitse paspoort - ter discussie stelt. Als ik met oude vrienden in Berlijn praat, komt het gesprek bijna altijd op de toeristen in de stad. Mijn vrienden willen niet xenofoob zijn, maar iedereen die ik daar spreek heeft spijt van de ontwikkeling. In Rotterdam publiceerde de gratiskrant _De Havenloods_ onlangs een hoofdartikel met tips hoe je je huis of vrije kamer tijdens de Eurovision Song Contest via Airbnb & Co. kan verhuren. We kunnen ervan uitgaan dat de infrastructuren die op deze manier worden gecreëerd na het evenement niet zullen verdwijnen, maar de grondslag leggen voor een nieuwe massatoerisme naar Rotterdam. De onlangs op een toeristenkaart gemaakte grap van Rotterdam als "Amsterdam Modern South Quarter" (https://www.ad.nl/rotterdam/rotterdam-is-moderne-amsterdamse-wijk-op-fietsroutekaart~a046e8c5/) is dan misschien niet meer zo lachwekkend. In de _Groene Amsterdammer_ deden de journalisten Floor Milikowski en Askia Naars uitgebreid onderzoek naar de economische effecten van het massatoerisme op Amsterdam, met de conclusie dat groten delen van huizenmarkt zijn ontrokken aan Airbnb en de stad ook in haar geheel economisch niet profiteert van het toerisme omdat een "groot deel van de winsten die worden gemaakt in de hotels in de stad direct verdwijnt naar buitenlandse bankrekeningen". [https://www.groene.nl/artikel/oprollen-die-rotkoffertjes]. Het Amsterdamse stadsbestuur heeft hiervan geleerd en probeert inmiddels het toerisme terug te duwen. Ongetwijfeld is de Amsterdamse beslissing om niet te solliciteren op de Eurovision Song Contest onderdeel van deze nieuwe mentaliteit enm dit nieuwe beleid. Het lijkt erop alsof Rotterdam, met zijn "second city" complex, de fouten van Berlijn en Amsterdam eerst zelf moet doen om dan in 2030 spijtig op jaren 2020 terug te kunnen kijken. Hoe het ook mag uitpakken: Dat de bewoners van Rotterdam de Eurovision met 15 miljoen subsidiëren in plaats van 15 miljoen schadevergoeding ervoor te krijgen, is - op z'n Berlijns en Rotterdams gezegd - idioot. Florian Cramer werkt als lector voor autonome kunst- en designpraktijken bij de Willem de Kooning Academie Rotterdam